Dossier VoedselverspillingWanneer heb jij voor het laatst een gerimpelde paprika weggegooid?
We weten allemaal dat het zonde is. Toch gebeurt het sneller dan we willen toegeven: een beschimmeld broodje, een bruine banaan, een verschrompelde paprika... Met zijn allen laten we per dag zo'n 1 miljard maaltijden verloren gaan. 1 miljard. Dat is een 1 met negen nullen: 1.000.000.000 maaltijden per dag. Extra wrang als je bedenkt dat er wereldwijd ook 783 miljoen mensen honger lijden. En dan hebben we het nog niet eens over de impact op het klimaat of de verspilling van grondstoffen en geld. In dit dossier duiken we samen in de cijfers achter voedselverspilling, de gevolgen ervan én — het belangrijkste — wat we zelf kunnen doen. |
Voedselverspilling in CijfersEven quantificeren: Volgens het meest recente Food Waste Index Report 2024 van het UN Environment Programme (UNEP) verspillen we gemiddeld:
Wereldwijd stapelt dat zich op tot 1,05 miljard ton verspilling per jaar — oftewel: 1.050.000.000.000 kilo eten. Om het wat beeldender te maken: stapel je dat allemaal op, dan krijg je een berg zo groot als de Mont Blanc (een grondoppervlak van 120 voetbalvelden, en een piek op 4808 meter hoogte). In totaal gaat daarmee ongeveer 19% van al het wereldwijd geproduceerde voedsel verloren. |
Twee belangrijke kanttekeningen:
1. Niet al het voedselafval kun je eten: Deze cijfers gaan over al het voedselafval — dus inclusief schillen, pitten en snijresten. Volgens UNEP is echter minstens 38% van dat afval technisch nog eetbaar. ➔ Dat betekent dat we wereldwijd nog steeds zo'n 80 kilo eetbaar voedsel per persoon per jaar verspillen. 2. Dit is alleen het afval ná de oogst: De cijfers gaan alleen over voedsel dat verloren gaat bij consumenten, horeca en winkels. De Food and Agriculture Organizatio (FAO) van de VN berekende eerder dat er ook al 13% van het voedsel verloren gaat vóórdat het in de winkels ligt — bijvoorbeeld tijdens de oogst, opslag of transport. Tel je alles bij elkaar op, dan wordt wereldwijd ongeveer 32% van al het verbouwde voedsel nooit gegeten. |
De klimaatimpactAlleen al het voedsel dat wereldwijd wordt verspild, is verantwoordelijk voor zo’n 8 tot 10% van alle uitstoot van broeikasgassen. (en dat is dan dus alleen het verspilde voedsel)
Om dat in perspectief te zetten: dat is vijf keer meer dan de totale uitstoot van de wereldwijde luchtvaartsector. Die uitstoot ontstaat door alles wat nodig is om voedsel te produceren — van landbouw en irrigatie tot verpakking, koeling en transport. En hoe later in de keten het voedsel wordt weggegooid, hoe groter de impact: dan zijn er al veel meer energie, water en grondstoffen in gestoken — allemaal voor niets. Maar ook ná de verspilling gaat het nog mis: voedsel dat op een vuilnisbelt belandt en gaat rotten, stoot methaan uit — een broeikasgas dat ruim 25 keer krachtiger is dan CO₂. |
Verspilling van land en waterVoedselproductie vraagt enorm veel ruimte.
Volgens een FAO-rapport uit 2013 wordt ongeveer 28% van alle landbouwgrond wereldwijd gebruikt voor voedsel dat uiteindelijk nooit wordt gegeten. En dan het water: de productie van verspild voedsel kost jaarlijks naar schatting 250 km³ water. Dat is 250 biljoen liter per jaar — ruim drie keer het Meer van Genève. Of nog beeldender: Met de huidige wereldbevolking van 8,09 miljard mensen, die gemiddeld 3 liter water per dag drinken, zou die hoeveelheid genoeg zijn om iedereen 28 jaar lang van drinkwater te voorzien. |
Wat voedselverspilling ons kost
Al dat verspilde voedsel kost geld. Heel. Veel. Geld.
Volgens de Verenigde Naties (UNEP & FAO) leidt voedselverspilling wereldwijd tot een economisch verlies van zo’n $1 biljoen per jaar. 1.000.000.000.000 Dollar Dat zijn twaalf nullen — jaarlijks. Ik ben nooit zo goed in getallen met zoveel nullen, dus om het wat helderder te maken: Als je die 1 biljoen dollar zou verdelen over alle Nederlanders, krijgt iedereen $56.180. En dan hebben we het alleen nog maar over de directe economische schade. De milieu-impact en sociale impact van voedselverspilling worden geschat op nog eens $700 miljard en $900 miljard. Die komen daar dus nog bij. Voor wat extra perspectief: Volgens de OESO bedroegen de wereldwijde uitgaven aan ontwikkelingshulp in 2023 zo’n $223 miljard. ➝ Dat is nog niet eens een kwart van wat we jaarlijks verliezen door voedselverspilling. |
Het huishoudboekjeHet voedingscentrum schat in dat voedselverspilling ons in Nederland zo'n €134,- per persoon per jaar kost. Een gemiddeld huishouden met 2 kinderen is jaarlijks ruim €500,- kwijt. Super zonde.
We doen het als Nederlanders overigens niet extreem slecht. Kijkende naar onze westerse collega's: - In België is het ongeveer vergelijkbaar (zo'n €120-€150 pp). - Naar inschatting van de BMEL (Bundesministerium für Ernährung und Lanwirtschaft) verspillen Duitsers per persoon zo'n €200,- aan voedsel. - Inwoners van het Verenigd Koninkrijk zijn per persoon zo'n €250,- kwijt (volgens WRAP). - De VS spant de kroon met een ingeschatte verspilling per jaar van €500,- tot €780,- (!!) per persoon (cijfers via USDA). |
De menselijke kostenDat voedselverspilling veel geld kost is vervelend, en ook de impact op het klimaat is niet te onderschatten.
Maar de echte tragedie zit ’m in het feit dat wereldwijd tegelijkertijd zo'n 783 miljoen mensen te maken hebben met honger. Dat is 1 op de 10 mensen — bijna 44 keer de volledige bevolking van Nederland. En daarnaast leeft meer dan een derde van de wereldbevolking in voedselonzekerheid. Dat betekent: niet zeker weten of er vandaag of morgen voldoende eten is — qua hoeveelheid, maar ook qua voedingswaarde of veiligheid. |
Pijnlijk om te bedenken dat er wereldwijd elke dag zo’n 1 miljard maaltijden verloren gaan. Er wordt dus meer dan genoeg voedsel geproduceerd om de hele wereldbevolking te voeden. Maar het gaat mis in de verdeling, de toegang en de verspilling onderweg. Soms is het simpelweg niet het juiste soort voedsel op de juiste plek, of belandt het nooit bij de mensen die het nodig hebben. |
Waar gaat het mis in de voedselketen?
We weten inmiddels hoeveel voedsel er verspild wordt — en wat de gevolgen zijn.
Maar hoe komt het eigenlijk dat er zóveel eten verloren gaat? Wat veel mensen niet weten: voedselverspilling begint al lang voordat iets in je koelkast ligt. |
Volgens gegevens van Eurostat (2022) wordt er in de EU jaarlijks zo’n 132 kilo voedsel per persoon verspild.
Die verspilling vindt plaats in alle schakels van de voedselketen — van boer tot bord. |
Bij de primaire productie (8%)
Voedsel gaat ook al verloren op het land — door misoogsten, gebrek aan opslag of omdat er simpelweg geen markt is voor het product. In de detailhandel (8%) Supermarkten willen volle, strakke schappen. Producten met een fout etiket, kneuzing of bijna verlopen THT worden vaak weggegooid vóór ze überhaupt in een winkelmandje belanden. In restaurants en voedselservices (11%) Te grote porties, slechte inschattingen of bordrestjes — vooral in horeca, catering en bedrijfskantines wordt nog veel eetbaars weggegooid. |
Bij voedselproductie en verwerking (19%) Voedsel dat nooit geoogst wordt vanwege ‘te kleine’ maten, overproductie of weersomstandigheden. Of verliezen tijdens het verwerken: snijafval, mislukte batches of beschadigde verpakkingen. Bij huishoudens (54%) Het grootste deel van de verspilling vindt gewoon bij ons thuis plaats. Denk aan restjes die blijven staan, vergeten groenten achterin de koelkast, of verwarring over houdbaarheidsdata. Zonde, want deze verspilling komt pas nádat al het werk, water, transport en verpakkingsmateriaal erin is gestoken. |
Wat gooien we thuis het vaakst weg? |
Volgens onderzoek van het Voedingscentrum gooien we in Nederland thuis nog altijd flink wat eten en drinken weg.
Dat geldt zowel voor vaste als vloeibare voedingsmiddelen — en de hoeveelheden liegen er niet om. |
Vaste voedingsmiddelen
Ook op het gebied van vast voedsel zien we duidelijke koplopers:
|
Vloeibare verspilling
Bij de vloeibare voedingsmiddelen zijn het vooral de alledaagse dranken die in de gootsteen verdwijnen:
|
We halen ze vaak in huis: brood, groenten, zuivel...
En we gooien ze net zo vaak weer weg. Niet omdat we onverschillig zijn, maar omdat het er ongemerkt insluipt. We kopen soms meer dan we nodig hebben, vergeten wat er al ligt, raken in de war door houdbaarheidsdata of koken nét iets te royaal. Restjes verdwijnen achterin de koelkast, en wat ooit een maaltijd was, eindigt als afval. |
Eten is relatief betaalbaar geworden — en juist daardoor voelt het verlies niet altijd zo groot.
Maar ondertussen telt het wel degelijk op. Voor je portemonnee, en zeker voor het klimaat. Het goede nieuws? Juist omdat het vaak om gewoontes gaat, kun je er ook zó veel aan doen. Daarom, bij deze: |
1. Plan vooruit
Vooruit plannen = minder verspillen (en meer hoofdruimte).
Het kost misschien een paar minuten, maar aan het begin van de week even vooruit denken maakt echt een wereld van verschil. Plan je maaltijden logisch — op basis van wat je nog in huis hebt én wat er in de aanbieding is — en maak terwijl je bezig bent meteen een boodschappenlijstje (of zet je online bestelling klaar). Vergeet niet om ook in je agenda te kijken: Zijn er avonden waarop je niet thuis eet? Dagen waarop je weinig tijd hebt om te koken? Vooruit plannen helpt je niet alleen om minder voedsel te verspillen, maar bespaart je ook een hoop 'Wat moeten we vandaag nou weer eten?'-stress later in de week. En dat scheelt serieus veel hoofdruimte. Pro-tip uit onze keuken: Wij gebruiken een magneetbord en schrijven de gerechten op kleine magnetische whiteboardjes. Zo kunnen we makkelijk schuiven als de week anders loopt dan gedacht. En we houden standaard één dag 'vrij' — dan eten we de restjes op of maken iets makkelijks met wat er nog ligt. |
2. Organiseer je voorraad
Om te voorkomen dat eten vergeten achterin de kast ligt te verstoffen, is één ding echt belangrijk: overzicht.
Als je in één oogopslag ziet wat je hebt, voorkom je dubbel kopen én voedselverspilling. Je voorraad organiseren is dus slim — maar ja, makkelijker gezegd dan gedaan. Er zijn complete Tiktok-kanalen gewijd aan 'pantry organization' (zoek maar eens op “restock TikTok”… ). Maar het hoeft natuurlijk echt niet Pinterest-perfect te zijn. Zorg vooral dat het voor jóu logisch is. Zet soortgelijke producten bij elkaar (bijvoorbeeld ontbijtspullen, pasta’s of blikjes) en voorkom dat spullen achterin verdwijnen. Lades zijn handig, maar ook een draaiplateau (Lazy Susan) kan opbergen in een diepere kast toch overzichtelijk houden. Wij gebruiken weckpotten — dat helpt met overzicht én staat leuk — maar je hoeft echt niet alles in potjes te gieten. Sommige mensen ordenen op productsoort, anderen op type keuken. Allebei goed. Als jij het maar makkelijk terugvindt. En maak het dus vooral praktisch, er moet geen enorme drempel ontstaan om dingen op te bergen omdat het allemaal in een bepaald plaatje moet passen. |
3. Gebruik een boodschappenlijstje
Een boodschappenlijstje klinkt misschien een tikje ouderwets, maar het is één van de makkelijkste manieren om minder voedsel te verspillen.
Zeker als je het handig aanpakt: Gebruik een app op je telefoon (zoals Notities, To Do of Google Keep). Zo kun je het lijstje meteen aanvullen zodra je merkt dat iets op is. Extra handig: deel de lijst met je partner of huisgenoot, zodat iedereen er iets op kan zetten. Vergeet niet te kijken wat je nog in huis hebt Loop even je koelkast, vriezer en voorraadkast langs voordat je je lijstje maakt. Zo voorkom je dat je iets dubbel koopt én kun je mooi bekijken wat er bij bepaalde ingrediënten gekocht kan worden voor een volledige maaltijd. Een goed lijstje helpt je gerichter te winkelen en minder te verspillen en bespaart je een boel stress in de supermarkt. |
4. Laat je niet verleiden te veel te kopen
Als ik boodschappen doe, let ik graag op de prijs per 100 gram — niet alleen op het prijskaartje per verpakking.
En als jij dat ook doet, valt je vast op: een blikje bonen van 400 gram is vaak nauwelijks duurder dan eentje van 150 gram. Meer waar voor je geld, toch? En toch... koop ik vaak dat kleinere blikje. Waarom? Omdat ik inmiddels weet dat ik de helft van de bonen niet gebruik en deze -ondanks mijn goede bedoelingen- na een scheikundig experiment in de koelkast alsnog weg moet gooien. De les: kopen wat je daadwerkelijk gebruikt is vaak duurzamer dan blind gaan voor korting of een XXL-verpakking. Zeker bij verse producten. Natuurlijk: een goede aanbieding is fijn. Maar alleen als je weet wat je ermee gaat doen. Door thuis alvast te bedenken hoe je een aanbieding inpast in je planning, voorkom je dat iets “leuks voor erbij” uiteindelijk in de prullenbak belandt. Is het iets dat lang houdbaar is én goed te bewaren? Dan is een bulk-aanbieding prima — je bespaart dan geld én verpakkingsmateriaal. Opvallend: uit dit onderzoek uit 2023 blijkt dat acties als ‘1+1 gratis’ niet per se tot méér voedselverspilling leiden — juist omdat mensen die méér inslaan vaak bewuster omgaan met het bewaren en opmaken van hun eten. Tegelijkertijd: volgens dit onderzoek leiden te grote verpakkingen wel degelijk tot voedselverspilling, voornamelijk bij eenpersoons huishoudens. Nog één tip die altijd werkt: Ga niet met honger naar de supermarkt. Boodschappen doen met een knorrende maag is een recept voor overenthousiaste keuzes, impulssnacks en aankopen waar je later niet zo blij van wordt. Maar goed, die kenden we denk ik allemaal al wel, niet? |
5. Weet wat houdbaarheidslabels betekenen
Winkels werken met verschillende labels, en die betekenen allemaal wat anders.
Even op een rijtje: Tenminste Houdbaar Tot (Best Before) gaat over de kwaliteit. De producent zet dit op de verpakking omdat ze kunnen garanderen dat het voedsel in de verpakking tot minstens die datum goed blijft smaken. Is iets een paar dagen (of zelfs weken) over datum? Dat hoeft geen reden te zijn om het weg te gooien: als het er nog goed uitziet, kun je het prima opeten of -drinken. Er is kans dat iets net iets minder lekker smaakt of wat minder knapperig is, maar ziek zul je er niet van worden. Te Gebruiken Tot (Use By) is wel een datum om serieus te nemen. Dit wordt vaak gebruikt bij vlees en vis en gaat over veiligheid. Als iets op de datum die op de verpakking staat niet is gebruikt, wordt aangeraden dit weg te gooien (ook niet ruiken of proeven), omdat schadelijke bacteriën zich kunnen ophopen. Soms zie je ook het label 'Te Verkopen tot' of 'Sell By', dat is over het algemeen van de winkel zelf, en gaat erover dat iets na die tijd uit de winkel gehaald moet worden. Je ziet dit label bijvoorbeeld op belegde broodjes of verse kant-en-klaarmaaltijden. Het zegt niets over of jij het nog kunt eten — kijk daarvoor altijd naar de TGT of THT op de verpakking (want die staan er vaak ook nog op). In Nederland is het verplicht om op alle voorverpakte producten een houdbaarheidsdatum te vermelden — óók als ze in de praktijk bijna niet kunnen bederven. Veel producten met een THT-datum zijn bij goed bewaren nog jarenlang veilig te eten — denk aan pasta, rijst, bloem, gedroogde peulvruchten, bouillonblokjes, ingeblikt voedsel, thee en zelfs chocolade. En suiker, zout, honing en gedroogde kruiden gaan in principe nooit over de datum — ze kunnen hun smaak wat verliezen, maar blijven gewoon veilig. Uit dit onderzoek uit 2017 blijkt trouwens dat bij lang houdbare producten zoals rijst, pasta of thee tot 31% minder verspilling optreedt wanneer in plaats van een THT-datum termen als ‘lang houdbaar’ worden gebruikt. Er is ook nog de 'na openen beperkt houdbaar' waarschuwing. Ten eerste: bewaar geopende producten in de koelkast. En neem deze serieus wanneer het gaat over bederfelijke producten zoals vlees, vis, zuivel en belegsalades. Meestal word aangeraden dat soort dingen binnen 3-5 dagen op te maken. In het geval van houdbare producten zoals jam, potjes pesto, sauzen etc geldt: schoon werken, goed afsluiten en koel bewaren. Jam kan bijvoorbeeld makkelijk 2–3 maanden meegaan — maar niet als je er met een beboterd mes in hebt geroerd. |
6. Bewaar slim
Om producten zo lang mogelijk goed te houden, is het belangrijk dat je weet hoe je ze moet bewaren.
Verse producten zoals vis, vlees en zuivel bewaar je het best in de koelkast — daar groeien bacteriën langzamer en blijft het eten langer vers. Maar let op: de koelkast is niet voor alles de beste plek. Veel groenten en fruit zijn gevoelig voor koudebederf. Bewaar je ze bij temperaturen onder de 7 °C, dan verliezen ze smaak, textuur en voedingswaarde. Denk aan tomaten, paprika, komkommer en bananen — die kun je dus beter buiten de koelkast bewaren. Vuistregel: Als iets in de supermarkt buiten de koeling ligt, hoort het thuis ook niet in jouw koelkast. Producten als rijst, pasta, bloem, noten, olie, chips, koekjes en chocolade bewaar je het liefst donker, droog en op kamertemperatuur (18–22 °C). Uien, aardappelen en knoflook mogen iets koeler staan, maar niet vochtig. Een kelder lijkt vaak ideaal, maar pas op: als het er té vochtig is, kunnen producten gaan schimmelen of rotten. En nog een waarschuwing: de Indische meelmot. Die knaagt zich met gemak door karton of plastic verpakkingen heen en laat je hele voorraad verpieteren. Best practice: Bewaar droge producten in glazen of harde plastic potten met goed afsluitbare deksels. Zo houd je ze vers en motvrij. Nog even over groente en fruit: In het kader van ons project Poma/Olera, waar ook de Patera Magna uit voortgekomen is, hebben we uitgebreid onderzocht wat de ideale bewaaromstandigheden zijn voor allerlei soorten groenten en fruit. Binnenkort delen we die kennis hier op de website — mét handig overzicht. Zodra dat live staat, komt er natuurlijk een linkje. |
7. De vriezer is je vriend
Een goed gebruikte vriezer is misschien wel je beste bondgenoot tegen voedselverspilling.
Door restjes, overrijp fruit of bijna-over-de-datum producten in te vriezen, verleng je de houdbaarheid met weken tot zelfs maanden. Invriezen stopt de groei van bacteriën en geeft je meer ruimte om slim te plannen, zodat je minder eten hoeft weg te gooien. Het loont om te weten wat je wel en niet goed kunt invriezen. Restjes van gekookte maaltijden, soepen, sauzen, brood, fruit en geblancheerde groenten doen het over het algemeen uitstekend in de vriezer. Ook rauw vlees, kip en vis kun je lang bewaren, zolang je ze luchtdicht verpakt en snel invriest. De meeste van deze producten blijven tussen de twee en twaalf maanden goed, afhankelijk van het soort en de vetheid. Niet alles is even geschikt: waterige groenten zoals sla, komkommer en tomaat verliezen hun structuur en worden snotterig. Ook zachte kazen, yoghurt en roomproducten kunnen schiften of korrelig worden, en gekookte aardappels worden vaak melig of waterig – tenzij je ze verwerkt in bijvoorbeeld een stamppot of soep. Slim invriezen doe je door restjes eerst goed te laten afkoelen (maar binnen twee uur na bereiding in te vriezen), porties te maken die je makkelijk weer kunt gebruiken, en alles goed te verpakken in luchtdichte bakjes of diepvrieszakjes. Schrijf er ook even op wat erin zit en wanneer je het hebt ingevroren — je vergeet sneller dan je denkt wat dat ‘mysterieus witte bakje’ ook alweer was. Tot slot: ontdooi je eten het liefst in de koelkast. En opnieuw invriezen? Dat mag alleen als je het eerst weer goed hebt verhit. Dus: ontdooide soep opwarmen, een restje bewaren, en dán weer invriezen kan prima. Maar rauwe kip uit de vriezer halen, even op het aanrecht laten liggen en daarna weer invriezen — liever niet. |
8. Weeg hoeveelheden af als je kookt
Het lijkt zo weinig, die droge pasta, rijst of couscous. En dus giet je er voor de zekerheid nog wat extra bij — je wilt tenslotte niemand met honger van tafel sturen.
Maar eenmaal gekookt, blijkt het al snel een berg… en zit je met een halve pan over. Wie kent het niet: na het eten schuif je met een zucht de overtollige spaghetti rechtstreeks de groenbak in. En dat is eigenlijk nog niet het enige. Grote porties zorgen er ook voor dat we meer eten dan we nodig hebben. aak vinden we het zonde om iets te laten liggen en eten we ons bord tóch leeg, ook al hadden we genoeg. Dat voelt misschien efficiënt, maar het is niet per se gezond. Onderzoek laat zien dat we het meest genieten van de eerste paar happen van een maaltijd — daarna neemt het plezier langzaam af. En hoe je een maaltijd achteraf beoordeelt, hangt opvallend vaak samen met je ervaring van de laatste hap. Grote porties betekenen dus vaak: meer eten, minder genieten. Natuurlijk is het ook belangrijk dat je niet te weinig maakt. Maar ook dan is afwegen slim. Je leert beter inschatten wat genoeg is — voor jezelf, je huisgenoten, of een etentje met gasten. En dat maakt het makkelijker om elke keer opnieuw de juiste hoeveelheden te kiezen. Dus: weeg je ingrediënten. Je voorkomt verspilling, eet bewuster én geniet waarschijnlijk meer van je maaltijd. Kleine moeite, groot verschil. |
9. Vergeet je restjes niet te gebruiken
Restjes over? Goed bewaren is het halve werk.
Aangesneden groente en fruit bewaar je het beste in de koelkast, met het snijvlak goed afgedekt — bijvoorbeeld met een bijenwasdoek of herbruikbare deksel. Ook restjes van je avondeten bewaar je het liefst koel: laat warme gerechten eerst even afkoelen, maar zet ze binnen twee uur in de koelkast of vriezer. Dat geldt trouwens ook voor ‘doggy bags’ uit een restaurant — thuisgekomen? Meteen in de koelkast ermee. Restjes blijven in de koelkast over het algemeen 3 tot 4 dagen goed (zeker als je ze snel hebt gekoeld en goed hebt afgesloten). Twijfel je? Ruik en kijk even — als het vreemd ruikt of er raar uitziet, is het beter om het niet meer te eten. Label je bakjes met de datum en inhoud, zo vergeet je niet wat er nog ligt. En dan misschien wel het belangrijkste: vergeet je restjes niet te gebruiken! Zelf gebruiken we restjes -al dan niet opgewarmd- vaak als snelle lunch — of -bijvoorbeeld bij pannenkoeken- als stevig ontbijt. Let wel op: warm restjes niet meerdere keren opnieuw op, dat kan leiden tot bacteriegroei. Ook met restjes 'losse ingrediënten' kun je alle kanten op. Aangesneden fruit kunnen in een smoothie, en groente kun je gebruiken in een omelet, soep of wokgerecht (makkelijke uitbreiding voor een pakje noodles). Van oud brood maak je de beste tosti's, wentelteefjes en broodpudding. Een succesrecept bij ons in huis: kaas-ui-tomaat broodjes uit de oven van overgebleven broodjes of stukken stokbrood. Let wel op met een paar gevoelige restjes. Gekookte rijst en pasta kunnen Bacillus cereus bevatten — een bacterie die bij langzaam afkoelen of te lang bewaren flink wat buikproblemen kan veroorzaken. Koel snel af, zet binnen een uur in de koelkast en eet binnen 24 uur op. Wees ook voorzichtig met spinazie, bietjes, bleekselderij (nitraatrijke groenten), kip (salmonella of campylobacter), eiergerechten en vis of schaaldieren: bewaar die maar kort en warm ze niet opnieuw op. Salades met dressing, sushi, rauwe vis (Listeria monocytogenes, Vibrio), oesters en eten dat langer dan twee uur op tafel heeft gestaan? Beter niet bewaren. Dus ja, soms moet je even opletten. Maar meestal geldt gewoon: restjes zijn geen afval, maar een gratis tweede maaltijd — mits goed bewaard. |